Monitoring

Behandeling volgen en bijsturen

Met behulp van laboratoriumdiagnostiek kan het verloop van de ziekte en het effect van de therapie worden gevolgd. Door deze monitoring kunnen behandelingen en/of medicatie (tijdig) worden bijgesteld of worden gestopt zodra de laboratoriumwaarden ‘normaal’ zijn. Dit voorkomt overbehandeling.

Hieronder voorbeelden van meerwaarde van laboratoriumtesten bij monitoring:

 

Hart en vaat

  • Hartfalen

    BNP en NT-proBNP

    Bij een overbelaste hartspier komt er BNP (Brain-type Natriuretic Peptide), vrij uit de hartspiercellen. Onder invloed van BNP verwijden de bloedvaten waardoor het hart minder wordt belast. Naast BNP komt ook het fysiologisch niet-actieve afsplitsproduct NT-pro-BNP vrij. De bloedwaarden van beide verbindingen geven inzicht in (ernst van) hartfalen. Doordat er meerdere oorzaken kunnen zijn voor verhoging van BNP en NT-proBNP, ligt de kracht van deze test vooral in het uitsluiten van hartfalen als er wel een sterke klinische verdenking is op deze aandoening. Ook is de bepaling geschikt om effect van medicatie te volgen (monitoring) en risico op hartfalen te schatten (prognose).

  • Trombose

    Bloedstollingstest

    Patiënten met een verhoogde kans op trombose worden behandeld met antistollingsmiddelen (bloedverdunners). De dosering luistert nauw: te veel verhoogt de kans op ernstige bloedingen, te weinig leidt tot bloedstolsels. Voor afstemming van de juiste dosis is het bijhouden van de bloedstollingsstatus cruciaal. De bloedstollingstijd kan worden bepaald met de PT-test (protrombinetijd) en/of de APTT-test (geactivateerde partiële tromboplastinetijd). Afhankelijk van de testuitslag kan de antistolling medicatie worden aangepast. De test is ook beschikbaar als thuistest, zodat patiënten zelf de bloedstollingwaarde kunnen monitoren en de medicatie aanpassen. 

 

Kanker

  • Blaaskanker

    FISH-test

    De moleculaire cytologische test detecteert blaaskankercellen in urine op basis van specifieke DNA-afwijkingen in deze cellen op de chromosomen 3, 7 en 17 en afwezigheid van de 9p21 locus. Via fluorescentie in situ hybridisatie (FISH) worden de afwijkingen zichtbaar gemaakt. De test wordt gebruikt in combinatie met de standaard diagnostische procedures bij blaaskankeronderzoek. De test detecteert blaastumoren in alle stadia en gradaties. 

 

Diabetes

  • Diabetes

    Glucosetest

    De diagnose diabetes berust op een continu (te) hoge bloedglucosewaarde. Afhankelijk van de ernst wordt de ziekte behandeld met dieet, tabletten en/of insuline injecties. Voor adequate behandeling is monitoring van de glucosewaarde cruciaal. Het venster waarbinnen die mag variëren is smal. Daarom is de regulatie een 24/7-aangelegenheid. Dat kan de patiënt zelf doen met de vingerprikglucosetest of een continue meting via een glucosesensor. Door geregelde glucosemetingen kan met adequate maatregelen de glucosewaarde in balans worden gehouden.

    Glycohemoglobine (HbA1c)

    Glucose in het bloed hecht gemakkelijk aan hemoglobine (Hb), waardoor geglycosyleerd hemoglobine (HbA1c) ontstaat. De HbA1c-bloedwaarde geeft een indicatie van de gemiddelde bloedglucosespiegel over een periode van enkele maanden. De HbA1c-waarde wordt vaak bepaald tijdens de periodieke diabetescontrole bij de behandelaar. Deze test vormt een waardevolle aanvulling op de dagelijkse glucosezelfcontrole om diabetes onder controle te houden.

 

Nier

  • Nierfunctie

    Bloedtest kreatinine

    De bloedtest meet de hoeveelheid kreatinine in het bloed. De hoeveelheid kreatinine die het lichaam produceert, is afhankelijk van de lichaamslengte en de spiermassa. Mannen hebben daardoor veelal een hogere kreatininebloedwaarde dan vrouwen en kinderen.

    Urinetest kreatinine

    De kreatinineklaring geeft informatie over het vermogen van de nieren om het bloed te zuiveren en afbraakproducten af te voeren via urine. Op basis van een kreatininebepaling in 24-uurs urine is het mogelijk goede informatie te krijgen over de werking van de nieren.

    Combinatie kreatinine en cystatine C

    Ouderen hebben vanwege minder of weinig spiermassa een lagere kreatininebloedwaarde. Door niet alleen te kijken naar kreatinine in bloed, maar ook naar cystatine C is de nierfunctietest betrouwbaarder. Vooral bij ouderen leidt deze combinatie tot een betere schatting van de nierfunctie.

 

Reuma

  • Reumatoïde Artritis

    Anti-CCP-test

    Bij reumatoïde artritis (RA) gaat de auto-immuunreactie gepaard met de ontwikkeling van specifieke antistoffen tegen gecitrullineerde eiwitten. Dit zijn eiwitten waarin het aminozuur arginine is omgezet in citrulline. Een gecitrullineerd eiwit wordt door het immuunsysteem beschouwd als lichaamsvreemd en dat resulteert in de vorming van antistoffen, de zogeheten anti-citrullinated eiwit antistoffen ofwel ACPA’s. Deze antistoffen, die zeer specifiek zijn voor RA, zijn detecteerbaar in bloed. Ze ontstaan vaak al heel vroeg in het ziekteproces, soms ver voordat er symptomen optreden en dat maakt ze zeer geschikt als biomarker om RA vroegtijdig op te sporen. Een veelgebruikte op ACPA’s gebaseerde test is de anti-CCP-test (anti-cyclisch citrullinated peptide). Anti-CCP wordt in serum gemeten in een ELISA. In combinatie met het klinisch beeld en de RF-test wordt deze anti-CCP-test gebruikt voor de diagnose van RA.

    Anti-MCV-test

    Een andere biomarker uit de familie van de ACPA’s is anti-mutated-citrullinated vimentin ofwel anti-MCV. Deze diagnostische marker wordt in serum gemeten in een ELISA. Waar in de anti-CCP-test gebruik wordt gemaakt van synthetisch antigeen (2 tot 3 epitopen), wordt in de anti-MCV- test natuurlijk humaan antigeen toegepast (40 epitopen). Dit maakt de anti-MCV-ELISA tot een zeer gevoelige en specifieke test om RA in een vroeg stadium te detecteren. De gevoeligheid voor vroegtijdige RA-detectie lijkt nog verder toe te nemen als zowel anti-CCP als anti-MCV worden bepaald. De anti-MCV-test is ook inzetbaar voor prognose van de ziektegraad en voor monitoring van de therapie.

 

Schildklier

  • Schildklierfunctie

    TSH

    De schildklier wordt aangestuurd door het hormoon TSH (schildklierstimulerend hormoon), dat wordt aangemaakt in de hypofyse. Bij een (te) traag werkende schildklier is de TSH-waarde in het bloed (veel) hoger dan normaal. Bij een (te) snel werkende schildklier is de TSH-waarde in bloed lager dan normaal. Wanneer het TSH-gehalte te hoog of te laag is, betekent dit dat de TSH-productie is verstoord. Met bepalingen van de schildklierhormonen T3 en T4 kan de afwijkende TSH-productie nader worden onderzocht. Vooral bij klinisch sterk vermoeden van een zeldzame schildklierfunctiestoornis of hypofysedysfunctie, is bepaling van de T4-concentratie van belang.

    T3 en T4

    De schildklier maakt twee soorten hormonen aan: T4 (thyroxine) en T3 (thyronine). Het hormoon T4 is een voorloper van het werkzame schildklierhormoon T3. De combinatie van T4-waarde en TSH-waarde biedt inzicht in het functioneren van de schildklier. Meting van T3 is met name van belang bij vermoeden van schildklierhormoonresistentie.

 

Gezondheids­controle en medicijn­monitoring

  • Medicatiemonitoring

    Biologicals

    Biologicals zijn een nieuwe klasse geneesmiddelen afgeleid van dierlijke of menselijke eiwitten. Ze worden ingezet bij ontstekingsziekten als reumatoïde artritis en bepaalde darm- en huidziekten om de werking van ontstekingseiwitten en ontstekingscellen te remmen. Het zijn dure geneesmiddelen en mensen kunnen er verschillend op reageren. Ofschoon de middelen erg lijken op menselijke eiwitten, kunnen ze toch worden herkend als lichaamsvreemd en een afweerreactie opwekken. Door de vorming van antistoffen wordt de werking van de biological tenietgedaan. Hoe en of iemand reageert op behandeling met een biological kan met medicijnmonitoring worden gevolgd.

    Voor monitoring ‘op afstand’ is een vingerprikbloedtest beschikbaar. Met behulp van een speciale testkit kan het bloedmonster thuis worden afgenomen en naar het laboratorium worden gestuurd. Daar worden de hoeveelheid biological in het bloed en de antilichaamrespons bepaald. Op basis van deze metingen kunnen werking en dosis direct worden bijgestuurd. Voor (kosten)effectieve inzet van dure biologicals is medicatiemonitoring essentieel.

Laboratorium­geneeskunde

Laboratoriumgeneeskunde is een onmisbare schakel in de gezondheidzorg. Illustratieve voorbeelden schetsen de meetbare meerwaarde van IVD’s bij het voorkómen, opsporen, vaststellen, volgen en behandelen van aandoeningen.
Diagned

- gezond zijn, gezond worden, gezond blijven -

Webdesign » SPRANQ