Zorgtraject
In-vitrodiagnostiek levert cruciale informatie in elke stap van het zorgtraject.
Preventie
Ziekten opsporen voordat er klachten zijn
Bij een verhoogd risico op bepaalde aandoeningen vanwege genetische factoren, familiegeschiedenis of levensstijl kan laboratoriumonderzoek helpen bij de vroegtijdige opsporing van potentiële risicofactoren. Bij tijdige aanpassing van leef- en eetgewoonten of door preventieve medicatie kan ziekte worden voorkomen of vertraagd.
Screening
Bevolkingsonderzoeken
Gezonde mensen, zonder klachten of symptomen, preventief testen op (kans op) ontwikkeling van bepaalde ziekte(n). Met behulp van de hielprikscreening worden pasgeborenen bijvoorbeeld onderzocht op erfelijke aandoeningen en de darmkankerscreening wordt gebruikt om bij alle gezonde mensen in de leeftijdscategorie 55-75 jaar een (beginnende) tumor in de darm vroegtijdig op te sporen.
Diagnose
Ziekte uitsluiten of bevestigen
Goede zorg begint met het stellen van een goede diagnose. Welke ziekte heeft iemand (niet)? Alleen een juiste diagnose kan leiden tot de juiste behandelkeuzes. Bij acute hartklachten bijvoorbeeld kan met behulp van laboratoriumonderzoek (troponinebepaling) worden gecontroleerd of het om een hartinfarct gaat of niet. Dit maakt snelle en adequate behandeling mogelijk.
Prognose
Inzicht in verwachtingspatroon
Laboratoriumonderzoek in combinatie met wetenschappelijke kennis over (ontwikkeling van) ziekten biedt inzicht in het vermoedelijke verloop en de uitkomst van de ziekte. Het verwachtingspatroon is gebaseerd op het waargenomen verloop van de ziekte bij een zo groot mogelijke groep patiënten met dezelfde ziekte in hetzelfde stadium.
Stratificatie
Therapie op maat
Dankzij de ontwikkeling van steeds betere laboratoriumdiagnostiek en nieuwe DNA-technieken kunnen persoonlijke en genetische factoren in kaart worden gebracht. Hiermee kan het effect van een therapie bij een individuele patiënt worden voorspeld. De inzet van moleculaire diagnostiek leidt tot gepersonaliseerde medicatie en therapie: de juiste behandeling, voor de juiste patiënt, op het juiste moment.
Therapie
Laboratoriumonderzoek is geen therapie, maar speelt wel een belangrijke rol bij therapiekeuzes. Zestig tot zeventig procent van de medische beslissingen, zoals therapiekeuze, is gebaseerd op de uitslag van laboratoriumonderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van in-vitrodiagnostica. Aan de hand van specifieke bepalingen in bloed, urine of andere lichaamsvloeistoffen kan vervolgens worden vastgesteld of de gekozen therapie werkt of bijgesteld moet worden.
Monitoring
Behandeling volgen en bijsturen
Met behulp van laboratoriumdiagnostiek kunnen het verloop van de ziekte en het effect van de therapie worden gevolgd. Door deze monitoring kunnen behandelingen en/of medicatie (tijdig) worden bijgesteld of worden gestopt zodra de laboratoriumwaarden ‘normaal’ zijn. Dit voorkomt overbehandeling.